Op de Zilkerbinnenweg in De Zilk vinden we J. Heemskerk & Zn. Een florerend bloembollenbedrijf dat bestierd wordt door de broers Mark en Rob Heemskerk. Zowel het bedrijf als de broers staan allesbehalve stil. Nieuwe kansen worden met beide handen aangegrepen en duurzame innovaties worden nauwlettend in de gaten gehouden en toegepast. We gaan in gesprek met Mark Heemskerk.
Vertel eens over jullie bedrijf
‘Van oorsprong was dit bedrijf een veehouderij van de kant van mijn oma’, begint Mark. ‘Op deze plek heeft tot 2005 een meer dan 200 jaar oude boerderij gestaan. De veehouderij was in de loop der jaren geleidelijk aan al omgedoopt tot een bloembollenkwekerij. Mijn vader deed dit samen met zijn vader en een oom die later uit het bedrijf is gestapt. In 2005 werd de boerderij afgebroken en hebben we een nieuwe schuur laten bouwen die de afgelopen jaren flink uitgebreid en gemoderniseerd is.’
Waar bestaat jullie sortiment uit?
‘De hoofdmoot van ons bedrijf is het telen van tulpen’ vervolgt Mark. ‘We hebben in totaal 30 tot 35 cultivars, waarvan verschillende soorten triumpf tulpen, darwin hybrids en fosteriana’s. We hebben een beperkt assortiment, maar wel veel bollen voor een relatief kleine schuur. Deze artikelen worden breed gebruikt en zijn dus ook in jaren met weinig vraag nog altijd bruikbaar. Daarnaast telen we nog een zevental cultivars hyacinten.
Sinds een aantal jaar telen we ook amaryllissen op buitengrond. Samen met 9 andere kwekers zitten we in een coöperatie. Zes jaar geleden zijn we met elkaar van nul af aan gestart met het telen van amaryllissen op de buitengrond. In het kader van duurzaamheid is dit een enorm mooie uitvinding. Je hebt er geen gas voor nodig om te stoken, het is dus veel goedkoper en het resultaat is hetzelfde. Een prachtige bloem op steel die niet te onderscheiden is van een amaryllis uit de kas. We staan nog aan het begin van de veredeling, maar er zit enorm veel potentie in en we krijgen alsmaar nieuwe mooiere soorten.’
Waar richten jullie je nog meer op?
‘Het grootste gedeelte van ons sortiment gaat naar binnenlandse exportbedrijven en voor de daghandel in het seizoen werken we onder andere samen met Louis van Diest en Peter Lindaard van FBT. Daarnaast hebben we ook een eigen export tak op China. We werken hiervoor rechtstreeks samen met een Chinees bedrijf.’
Waar staan jullie als bedrijf voor?
‘Kwaliteit is voor ons het allerbelangrijkste. In de Bollenstreek zijn we een bedrijf van omvang. 80% á 90% van onze handel is droogverkoop en dat moet gewoon een mooie bol zijn die we snel en vroeg kunnen leveren. Daar zijn we ook goed in. Daarnaast zitten we als vak nu midden in een transitie naar duurzamere teelt. Dat is wel een uitdaging, maar ik vind dat we daar zelf gas op moeten geven en niet zozeer omdat het geëist wordt. We moeten zelf aan het roer blijven staan in plaats van dat Den Haag ons van alles oplegt. Ieder jaar gaan er bij ons 3 tot 4 oude virussoorten uit en daar komen zo’n 3 virusarme soorten voor terug die we gaan telen. Daar moet je op investeren, want dit wordt wel de toekomst. En ik kijk daarbij niet naar kleur, vorm of wat dan ook. Gezonde bollen is het enige wat telt.
Tierelantijntjes waarbij veel chemie nodig blijft, daar zie ik niks meer in.’
Maak je je zorgen om Corona en de oorlog?
‘Nee hoor, angst is een slechte raadgever. Met Corona was er de eerste 3 maanden heel veel onrust, maar daarna heeft het ons heel veel goeds gebracht. Voor bedrijven die exclusief aan Rusland leveren, is het natuurlijk een drama. Maar verder moeten we dit gewoon over ons heen laten komen, vind ik. Het kost misschien wat handel en we zullen zien wat de prijsontwikkeling doet, maar laten we vooral niet te paniekerig doen en kijken wat er gebeurt.’
Wat is het geheim van een goede bol van J. Heemskerk & Zn.?
‘Het ideale recept is heel eenvoudig, je moet er bovenop zitten. Bijvoorbeeld, tulpenbollen zoals de darwin hybrid scheuren makkelijk uit de huid. We doen heel veel in droogverkoop, dus dat wil je voorkomen, anders is de bol niet verkoopbaar. Vanaf 1 juni gaan Rob en ik dagelijks, en soms wel twee keer per dag, de percelen af en graven en checken of de bollen al op knappen staan. Als dat het geval is, is het tijd voor actie.’
Bestrijdingsmiddelen, hoe kijk je daar tegenaan?
‘Het lijkt mij een enorme uitdaging om het voor elkaar te krijgen om hetgeen we nu aan bestrijdingsmiddelen gebruiken, te halveren. Zonder dat daar een verplichting van de overheid bij ligt. Bemesting zou gewoon zwaarder moeten mogen, zeker hier op de lichte zandgronden. Waar er zeker wel wat op te winnen valt, is minder spuiten. Wij proberen daar al stappen in te zetten met virusarme soorten en van minder bestrijdingsmiddelen afhankelijk zijn. Maar er zijn nog meer stappen te zetten. Vooral ook op het gebied van ‘vuur’. Wij weten nog steeds niet exact hoe vaak we de tulpen moeten spuiten, ook doordat ieder voorjaar anders is. En vaak ga je dan toch voor zekerheid, en spuit je in plaats van om de 10 dagen in droge tijd om de 8 dagen. Daar zit denk nog zo veel besparing in.’
Waar staat jullie bedrijf over 10 jaar?
Daar kan Mark kort en krachtig over zijn: ‘Ik heb geen idee. Er kan zoveel gebeuren, dat dat niet te voorspellen is. Ik kijk dan ook niet verder dan twee jaar vooruit. Ik hoop dat we over twee jaar nog steeds doen waar we blij van worden en een stabiele kraam hebben. In ons tulpensortiment hoop ik steeds meer traditionele soorten te hebben vervangen voor virusarme en beter groeiende soorten. En dat we ook steeds meer rendement halen uit de soorten die we gaan telen. Daarnaast zou het natuurlijk super zijn als we een slag hebben gemaakt met onze amaryllissen. Als het om techniek gaat, denk ik dat de ziekzoek robot opgang vindt en een hype gaat worden in onze sector. Maar we zullen zien!’